Samen sterk in zorg en leren
In alle klassen van de lagere school is er twee keer per week een oefenuur voorzien. U vraagt zich misschien af: wat houdt dat nu eigenlijk in? Wat wordt er dan precies geoefend, en vooral: wat is onze visie en werkwijze?
We kiezen er als school bewust voor om zorg zoveel mogelijk ín de klas zelf te organiseren. Dit voorkomt stigmatisering en geeft ons de kans om op een natuurlijke manier in te spelen op wat de groep en de kinderen nodig hebben. Dat betekent dat de ondersteuning gewoon binnen de eigen klasgroep plaatsvindt. Fouten maken hoort daar helemaal bij, ze zijn onderdeel van een leerproces. Die grijpen we aan als kansen om te groeien.
De rol van de co-teacher is daarbij tweeledig. Enerzijds streven we er samen met de klasleerkracht naar, dat zoveel mogelijk kinderen de doelstellingen van de les behalen (hoofd). Anderzijds willen we vooral ook de handelingsvaardigheden van uw kind vergroten (handen). Het gaat dus niet enkel om kennisoverdracht. Door samen te werken en bevindingen uit te wisselen, kunnen wij de ontwikkeling van uw kind beter volgen en bijsturen waar nodig.
Tijdens de oefenuren ligt de nadruk niet enkel op taal en rekenen. Uw kind leert ook omgaan met verschillen, zorg dragen voor het sociale klimaat in de klas en vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn voor een zelfstandige en zelfverzekerde leerhouding. Zo kan ieder kind stap voor stap groeien in eigen tempo en kracht.
In de praktijk gaat dat zo in zijn werk. Vooraf bespreekt de co-teacher de inhoud van het oefenuur met de klasleerkracht, afgestemd op de leerstof van een klas en die van het periode-onderwijs. Ook kijken we naar de noden op vlak van differentiatie er in de klas naar boven komen. We werken klassikaal, in tweetallen of in kleinere groepen. Daarbij kunnen kinderen meer uitdagende leerstof krijgen, terwijl anderen meer ondersteuning krijgen bij de basis. Omdat de groepen regelmatig wisselen, wordt uw kind niet vastgepind in een bepaald hokje. Op die manier blijft de balans tussen kwaliteiten en werkpunten bewaard, en leren kinderen ook van elkaars talenten.

Een belangrijk middel tijdens de oefenuren is het gebruik van taal- en rekenspelen. Uw kind verwerkt via spel de leerstof die eerder in de lessen werd aangeboden. Omdat de moeilijkheidsgraad varieert, kunnen kinderen op een ander niveau oefenen. Tegelijk blijft er plezier en speelsheid. Uw kind leert zo niet alleen de leerstof beter begrijpen, maar ook samenwerken: uitleg geven, luisteren en samen tot een oplossing komen.
Co-teaching biedt veel voordelen, maar het is natuurlijk geen wondermiddel. Twee leerkrachten voor de klas betekent meer ogen, handen en draagkracht, maar niet alle uitdagingen kunnen meteen opgelost worden. Hierin speelt u als ouder een grote rol. U kent uw kind tenslotte het best. In vertrouwen en openheid met de klasleerkracht en u als ouder, trachten we te zoeken naar de juiste balans tussen ondersteunen en ruimte te geven. Soms is het juist helpend om eerst zelf te onderzoeken en niet direct oplossingen aan te reiken. Zo wordt leren-leren ook een vaardigheid op zich.
Als we het wiskundig benaderen, wordt de leerwinst verdubbeld tijdens een oefenuur want 1 + 1 = 2. Onze intentie is om elke dag het welbevinden van uw kind te bewaken. Indien we samenwerken kunnen we meer bereiken, en kinderen voelen dat. Je kan kinderen gemakkelijker leren samenwerken, als je het zelf voorleeft.
Indien een kind echter een foute strategie blijft toepassen of iets niet onder de knie krijgt, is kort op de bal spelen door bij te sturen of extra uitleg te geven, de meest efficiënte manier om het leerproces in beweging te houden.

Leren leren komt ook tijdens de oefenuren aan bod, naast de momenten waarop de klasleerkracht daar structureel aandacht aan besteedt. In de klas richten we ons op de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van uw kind. Iedere leerkracht draagt zo zijn steentje bij aan de denkontwikkeling en aan het vormen van een gezonde werkhouding. Naast de algemene ondersteuning tijdens de oefenuren besteden we ook gericht aandacht aan ‘leren leren’. Hiervoor gebruiken we een aanpak geïnspireerd op Meichenbaum, die een zelfinstructiemethode ontwikkelde met als doel een kind vaardigheden aan te leren om zelfstandig aan het werk te kunnen gaan met taken en opdrachten in een brede context. Wij ontwikkelden onze eigen aanpak en visualiseren deze stappen met een eigen “Wingerdstijl”.
In het begin zegt de leerkracht de denkstappen hardop en voert ze zelf uit. Uw kind kijkt en probeert mee te doen. Daarna spreekt de leerkracht nog hardop terwijl uw kind de handelingen uitvoert. Vervolgens verwoordt uw kind de denkstappen hardop, later fluisterend en tenslotte alleen in zichzelf. Zo wordt het verwoorden van stappen geleidelijk verinnerlijkt en krijgt uw kind een innerlijke begeleider bij het leren.
Het is belangrijk te weten dat taakaanpak-gedrag niet vanzelf ontstaat. Ook dit moet worden aangeleerd. Een goede aanpak zorgt ervoor dat je doelgericht werkt en je taken kunt afronden van begin tot einde. Aan de basis van een goede werkhouding liggen concentratie en motivatie, twee voorwaarden waar we expliciet aan werken. Oefenen is hierbij onmisbaar. Uw kind heeft tijd en herhaling nodig om zich de nieuwe stappen eigen te maken. We mogen niet verwachten dat de principes vanzelfsprekend in alle situaties worden overgenomen. Dit ‘transfereren’, het toepassen van aangeleerde strategieën in nieuwe situaties begint bij de begeleider. Wij leggen de koppeling naar andere probleemsituaties en tonen hoe uw kind dat ook kan doen. En natuurlijk merken we op dat ook hier ieder kind zijn eigen unieke leerweg heeft, die het zelf moet leren kennen en toepassen.

Concreet werken we met een eenvoudige fasering van probleemoplossing: eerst analyseren we het probleem, dan zoeken we naar een strategie, vervolgens voeren we het afgesproken werkplan uit en tenslotte evalueren we het resultaat. Voor oudere leerlingen voegen we een extra stap toe: reflectie, terugkijken en nadenken over wat goed ging en wat nog anders kan.
Taal speelt een belangrijke rol: door hardop te verwoorden wat er gedacht en gedaan wordt, wordt het denkproces zichtbaar en gestuurd. Daarnaast helpen tekeningen en andere visuele hulpmiddelen kinderen die moeilijkheden hebben met alleen auditieve instructies. Zo kan uw kind een taak zowel horen, zien als doen, dat vergroot de kans op succes.
Sommige kinderen hebben kenmerken waarbij deze methode bijzonder helpend is: een trage informatieverwerking, een beperkt werkgeheugen, problemen met het vasthouden van aandacht of weinig motivatie. Voor die kinderen bieden we extra visuele en/of auditieve ondersteuning binnen de vaste structuur, zodat ze kunnen meedoen en vooruitgang boeken.
De Wingerdmaantjes, zoals wij onze aanpak hebben genoemd, versterken meta-cognitieve vaardigheden. Dat wil zeggen: het vermogen van uw kind om over het eigen leren na te denken en het zelf te (leren) sturen. Denk aan oriënteren, plannen, bewaken, controleren, bijsturen, evalueren en reflecteren. Dit zijn vaardigheden die uw kind helpen zelfstandiger te worden en die in elk vak en in het dagelijks leven van pas komen.
Deze vaardigheden sluiten nauw aan bij hoe wij in de Wingerd naar leren kijken. Het gaat er niet alleen om dat een kind zichzelf kan sturen in het leerproces, maar ook dat het uit de eigen kwaliteiten kracht kan putten. Vanuit dat uitgangspunt werken wij met de verhouding 70/30. Verderop in deze tekst nodig ik jullie uit om mee te gaan rekenen. Nu leg ik alvast graag uit wat die verhouding te maken heeft met het streven naar gezonde (leer)ontwikkeling. Een belangrijk uitgangspunt in ons werk is de verhouding van zeventig procent inzetten op kwaliteiten en dertig procent werken aan moeilijkheden. Voor uw kind betekent dit dat wij vooral uitgaan van wat goed gaat. Als uw kind zich gezien voelt in zijn of haar sterke kanten, ontstaat er energie en vertrouwen om ook de moeilijkere zaken aan te pakken.
Dan heeft het kind ruimte om zich ook te verbinden met de zaken die nog extra oefening vragen. Het remediërend werken met kinderen en inzetten op hun werkpunten zal dan meer effect behalen. Zo blijft het leerproces in balans en wordt leren ervaren als iets wat bij groei hoort.

Co-teaching is “samenzorg” en dus ook inzetten op groei voor ons als leerkrachten. Doordat wij samen lessen uitvoeren en evalueren, durven we onze eigen aanpak kritischer bekijken en leren we voortdurend bij. Want hoe sterker wij als team worden, hoe rijker en evenwichtiger de leerervaringen voor de kinderen zijn. Die gezamenlijke zorg stopt niet bij de klasdeur. Het zorgteam van de lagere school – bestaande uit co-teachers, zorgcoördinator en directie – waakt samen over de brede ontwikkeling van elk kind. De zorgcoördinator is daarnaast de schakel naar buiten toe, in overleg met ouders, CLB, therapeuten en ondersteuners. Zo vormt ze de brug in het netwerk rond uw kind. Iedereen kan bij haar terecht als neutraal aanspreekpunt.
Tot slot wil ik de wiskundige redenering afronden. We gaan terug naar een klas met 22 kinderen en het is oefenuur. De leerwinst wordt dan 22 x 2 = 44. Tel daarbij de betrokkenheid van de ouders, dan kunnen we dit getal vermenigvuldigen met alle ouders van een klasgroep, dat is dan 44 x …. = ..? Maar daar stopt het niet.
Bedenk eens hoeveel mensen er verder nog verbonden zijn met een kind, een klasgroep, de school. Hoeveel harten werken er dan samen? Als een dergelijke samenwerking lukt dan krijg je oneindig veel energie en ontwikkelingskracht (hart).
U mag zelf uitrekenen bij welk veelvoud we dan uiteindelijk uitkomen en hoeveel leerwinst we dan kunnen verkrijgen. Ik denk dat de uitkomst dan niet meer in cijfers te vatten valt.
Co-teacher klas 1 en 2: Kim Vermeulen – kim.vermeulen@steinerschooldewingerd.be
Co-teacher klas 3, 4, 5, 6: Yolanda Habraken – yolanda.habraken@steinerschooldewingerd.be
Zorgcoördinator lagere school: Lore Dziwak – lore.dziwak@steinerschooldewingerd.be
Tekst: Yolanda Habraken 2025